Nieuws
Het geloof ligt in het hechte Wilsum niet voor op de tong, maar het zit wel diep

Geloven is in Wilsum een kwestie van doen, omzien naar elkaar, handen uit de mouwen. Al te veel woorden geven de inwoners van het dorp aan de IJssel niet aan hun geloof. Maar het zit er wel degelijk, en diep ook.

‘Hier staat de oudste kerk van Overijssel’, zeggen inwoners van Wilsum trots. Ze doelen op de Sint-Lambertuskerk. Een kolossaal gebouw, zeker voor een dorp met zo’n negenhonderd inwoners. Met de toren naar de IJssel gericht, lijkt de kerk op een dame die haar tenen in de rivier baadt. Het imposante gebouw is van de Hervormde Gemeente Wilsum, die zich rekent tot de Gereformeerde Bond, een behoudende vereniging binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De pastorie naast de kerk staat leeg, sinds de predikant in oktober met emeritaat ging. Desondanks is het paadje naar de voordeur keurig sneeuwvrij gemaakt.

Op de weg die langs de pastorie naar het water loopt, staat Frank van Keulen (50). Hij draagt stevige laarzen en een zwarte jas met het logo van de boomkwekerij waar hij werkt. Hij komt hier vaker, om zijn rugspieren los te maken of van het uitzicht te genieten. Vandaag kan hij niet werken: de grond is keihard. Van Keulen woont al zijn hele leven in Wilsum; hij is gedoopt en getrouwd in deze kerk. Hij woont er pal tegenover, aan de andere kant van de dijk. ‘Vijfentwintig jaar geleden werden er soms nog stoelen bijgeplaatst in het gangpad’, vertelt hij. ‘Nu blijft er ‘s ochtends een rij leeg. Er gaan iedere keer wat mensen weg.’ Als de kerk er niet zou zijn? Ja, dan zou hij die missen. Waarom? ‘Dat vind ik moeilijk te zeggen.’

De gereformeerde kerk van Wilsum, beeld nd

Even verderop staat de Gereformeerde Kerk, eveneens deel van de Protestantse Kerk. Het gebouw uit de jaren vijftig staat een stuk bescheidener opgesteld, aan de andere kant van de dijk. Deze gemeente is niet vacant. Sterker, hier werkt een domineesechtpaar: Jelle en Ineke de Kok. Ze wonen in de pastorie met uitzicht over de IJssel. ‘We hebben op veel fantastische plekken gewoond, maar dit slaat alles’, zegt Ineke. Zij is predikant van de gemeente; haar man helpt. Ze is de eerste vrouwelijke dominee in het dorp. ‘Toen ik hier net kwam, was dat voor een kleine groep mensen wel een thema. Inmiddels niet meer. Mensen die er moeite mee hadden, zeiden tegen me: ‘Maar u brengt het evangelie, wie ben ik dan om te zeggen dat dat niet kan?’ Dat vind ik een zegen.’

Over haar dorpsgenoten zegt ze: ‘Het is een volk van doeners, niet zozeer praters. Wilsum is een IJsseldorp; hier woonden vroeger vooral boeren en vissers. Mensen die gewend waren aan te pakken.’ Het geloof ligt bij hen niet voor op de tong, maar zit wel diep. ‘Ik heb weleens aan mensen gevraagd wat hun lievelingslied is en waarom. Aan de antwoorden merkte ik: daar zit een heel diep beleefd geloof. En er zijn ook echt wat jongere mensen, dertigers, die zoeken: hoe kan ik mijn geloof verwoorden en van daaruit keuzes maken in mijn leven?’

Ze maakt zich zorgen over de jeugd: tieners die nu door corona niet naar de kerk gaan, en kijken naar de tv-diensten van Beam. ‘Komt iedereen straks terug in de kerk?’, vraagt De Kok zich af. ‘Zeker gezinnen met pubers. Wat ik gelukkig ook hoor, is dat er mensen zijn die, nu ze niet naar de kerk kunnen, juist ervaren hoezeer ze het missen.’

ijsbaan

Hoe hecht het dorp is, is goed te zien rond de ijsbaan, die tussen de twee kerken in ligt. Sky Radio schalt uit de speakers. Een groep mannen is druk bezig de sneeuw van het ijs te vegen. Vanochtend is de veegwagen erdoor gezakt. Hoe langer de ochtend duurt, hoe meer mensen spontaan de bezem pakken en komen helpen. In het gebouwtje van de ijsvereniging zit Johan van de Belt (74), met een thermoskan koffie en plastic bekertjes voor zich. Hij is al vijftig jaar bestuurslid en vijfendertig jaar penningmeester van de ijsvereniging. Zo gaat dat in Wilsum: je doet mee – met de voetbalclub, de zangvereniging, de hondenclub, de Oranjevereniging.

Johan van de Belt: ‘Het is een mooi dorp. Weinig trammelant.‘ – beeld nd

Van de Belt is gedoopt in de hervormde kerk, trouwde er en liet er zijn kinderen dopen. ‘Het is een mooi dorp. Weinig trammelant. De sociale controle is goed. En verder zeg ik altijd: leven en laten leven.’ Een van de mannen die het ijs schoonmaken, steekt zijn hoofd naar binnen. ‘Wil je straks ook kibbeling, Johan?’ Hij twijfelt even en knikt dan ja.

Er verandert wel iets, merkt hij. ‘Je hebt sinds een paar jaar wat meer import – nee, dat zeg ik verkeerd: buiten-Wilsummers. Daar heb ik geen moeite mee hoor, maar je hebt er weinig aan. Ze bemoeien zich er niet mee.’ Vroeger waren de dorpelingen zelf nog een stuk geslotener, vertelt Van de Belt. ‘Als een jongen van buiten verkering kreeg met een meisje van hier, werd hij zo Wilsum uit getrapt. Zo gaat het nu niet meer, gelukkig.’

Een van de eerste ‘buiten-Wilsummers’ die hier kwamen wonen, is Agnes Karel (53). Ze komt oorspronkelijk uit IJsselmuiden, een dorp verderop. Ze woont nu al dertig jaar in Wilsum. Met haar hondje aan de lijn staat ze te kijken bij de ijsbaan. ‘Er is een enorme saamhorigheid in het dorp. De kerk draagt daaraan bij. De saamhorigheid van de kerk zet zich voort in het verenigingsleven. Je weet wat je aan elkaar hebt, wie je ergens voor kunt vragen.’ Zelf is ze niet gelovig. ‘Ik sta ervoor open, ben wel nieuwsgierig. Ik heb één keer aan iemand gevraagd wat het geloof nu betekent. ‘Ik ben het zo gewend, zo is het’, was toen het antwoord.’ Inmiddels voelt Karel zich onderdeel van de gemeenschap. ‘Dat kwam pas echt toen de kinderen hier naar school gingen. Als je meedoet, dan kom je er echt wel tussen.’

‘doe mee’

Dat is precies waar Albert Boeve (61) nieuwkomers toe aanspoort: doe mee. Hij was 25 jaar lang voorzitter van de vereniging Dorpsbelangen, tot 2018. Nog altijd wordt hij gezien als de onofficiële dorpsburgemeester. ‘Lange tijd werden er geen huizen gebouwd in Wilsum’, vertelt hij. ‘Jongeren konden geen huis krijgen en trokken weg.’ Zijn dochter Gera (20) ziet zichzelf ook niet snel settelen in het dorp. ‘Als al je leeftijdgenoten wegtrekken, is het niet heel aantrekkelijk om te blijven’, zegt ze. De woningen die nu te koop komen, zijn bovendien veel te groot voor starters, vertelt Boeve. ‘Die trekken mensen van buiten.’ Sommige van hen doen mee als vrijwilliger van een vereniging, of als donateur. Anderen komen hier vooral om te wonen en houden hun sociale leven buiten de stad. ‘Mijn zorg voor de toekomst is: hoe houden we de boel bij elkaar? Iedereen is hier welkom, maar het is wel belangrijk om respect voor elkaar te hebben.’

Albert Boeve, de onofficiële ‘burgemeester’ van Wilsum, met zijn dochter Gera. – beeld nd

Boeve is lid van de Gereformeerde Kerk. Hij komt er nog geregeld, hoewel minder dan vroeger. ‘Wat ik belangrijk vind, is dat je naar elkaar omziet. Daar gaat geloof over. Mijn moeder is op haar 69e overleden aan kanker. Vanaf het moment dat ze ziek werd, heeft de buurvrouw iedere zondag eten gebracht. Dat is ze blijven doen, tot mijn vader vorig jaar op zijn 84e overleed. De buren waren christelijke mensen, maar spraken daar nooit over. Maar je merkte het wel, want mijn vader heeft zeventien, achttien jaar lang, 52 weken per jaar, eten van hen gekregen.’

de culturen verschillen te veel

De twee kerken van Wilsum tekenden in 2019 een intentieverklaring waarin staat dat ze meer gaan samenwerken. De Hervormde Gemeente telt bijna vierhonderd leden, de Gereformeerde Kerk iets meer dan tweehonderd. Vorig jaar hielden ze voor het eerst een gezamenlijke gemeenteavond. De kerkenraden en moderamen van beide kerken spreken elkaar af en toe en er zijn gezamenlijke ouderenochtenden. Maar echt samengaan lijkt er voorlopig niet in te zitten. Daarvoor verschillen de culturen te veel. De hervormden zijn weliswaar wat losser in de vorm dan vroeger – zo zingen ze nu niet meer alleen psalmen, maar ook gezangen en soms liederen uit de bundel Op Toonhoogte – ze zijn nog altijd een stuk behoudender dan de gereformeerden. Dominee Ineke de Kok mag als vrouw niet preken bij de hervormden. Haar man doet dat weleens. Overigens zijn er ook Wilsummers die buiten het dorp kerken, bijvoorbeeld bij de Nederlands Gereformeerde Kerk. Zij gaan op zondag bijvoorbeeld naar een kerk in Kampen of Zwolle.

 

Nederlands Dagblad,

Naar alle berichten